I could have been a sailor
Could have been a cook
A real live lover
Could have been a book
Nick Drake
In de film Garden State gaat de hoofdpersoon, Andrew, gespeeld door Zach Braff, terug naar waar hij opgegroeid is. Zijn moeder is dood. Ze wordt begraven op een heel treurige begraafplaats. In zijn geboortedorp komt hij oude vrienden tegen die nog steeds dezelfde feestjes geven en op dezelfde manier dronken en stoned worden. Alles is hetzelfde; alleen Andrew is anders, omdat hij weggeweest is.
Mensen die mijn boek hebben gelezen vragen me soms wie mijn inspiratiebronnen zijn geweest. Mijn eerste reactie is om andere schrijvers te noemen. Johan Harstad misschien. Hij schreef Buzz Aldrin, waar ben je gebleven? Het heeft de mooiste openingszin die ik ken: “De persoon van wie je houdt bestaat voor 72,8 procent uit water en het heeft al weken niet geregend.”
Er zijn meer schrijvers die ik bewonder, schrijvers waarvan ik kan beweren dat ik een stukje stijl van ze steel, me wentel in hun metaforiek of de dialoogvorm naboots. Ik heb de taal niet uitgevonden, ik bespeel slechts instrumenten waarvan anderen lang geleden al hebben ontdekt dat er muziek mee te maken valt. Het beste wat ik kan doen, is het me een beetje eigen maken, zoals een gitarist zweert bij zijn eigen plectrum of op een gegeven moment een klein stukje afgesleten klankkast gaat liefhebben.
Ik zou vaker andere dingen moeten noemen als inspiratie. Het allereerste idee voor mijn boek ontstond in de maanden nadat ik Garden State gezien had. Ook in mijn boek keert iemand terug naar zijn geboortegrond. Ook in mijn boek is dat omdat er iemand dood is.
Tijdens het schrijven luisterde ik naar Ólafur Arnalds, een IJslander die modernklassieke muziek maakt. Er zijn hoofdstukken van het boek waar ik zijn pianoklanken tussen de woorden zie liggen. Ik luisterde naar Radiohead, en Nick Drake, en liet mijn hoofdpersoon er ook naar luisteren. Als melancholie plaats moest maken voor gekte, dan kozen we voor ‘I Am The Walrus’ van The Beatles.
Vorig jaar heb ik honderd dagen lang elke dag precies honderd woorden over een dierbaar album geschreven. Een eerbetoon aan de muziek die herinneringen voor me bewaarde, zodat ze er ook vandaag nog zijn. Tot vlak voordat ik gisteren het podium opliep, dacht ik dat ik een aantal van die verhaaltjes ging voorlezen. Ik had er drie uitgezocht van artiesten die dit jaar ook op Crossing Border zijn. Het zou een eerbetoon aan inspiratiebronnen worden. Natuurlijk wil ik graag dat mensen beneden in de lobby mijn boek oppakken en het kopen, maar net zo goed wil ik ze naar William Fitzsimmons sturen, of naar The Low Anthem. Zij hielpen mij mijn boek te schrijven en nu staan ze een paar zaaltjes verderop.
Ik besloot op het laatste moment toch uit mijn boek voor te lezen. De goede luisteraar hoorde misschien desalniettemin dat er een paar bladzijden verderop een film speelde en dat er muziek tussen de woorden lag.