Lieve oma,
Ik heb besloten u een brief te schrijven om u er alles over te vertellen. Nee, u hoeft uw leesbril niet tevoorschijn te halen of op zoek te gaan naar een zaklamp voor beter licht. Ik weet dat u de laatste tijd moeite heeft met lezen, dus dat zal ik u niet aandoen. Gaat u maar gewoon zitten, gaat u maar gewoon in die groene leunstoel zitten die u zo fijn vind, dan ga ik tegenover u zitten en zal ik de brief aan u voorlezen.
Lieve oma, wat bent u aan het doen? Ik weet het niet. Het vliegtuig is ongeveer drie uur geleden van Schiphol vertrokken. In de cabine zijn de passagiers in slaap gedommeld. We vliegen van west naar oost, achtervolgen de opkomende zon net als Kuafu of Icarus. Ik heb het scherm van het vliegtuigraampje helemaal naar beneden getrokken omdat het felle zonlicht pijn deed aan mijn ogen. Ik weet niet hoe laat het is, niet hoe laat het is in Amsterdam en niet hoe laat het is in China. Dit tijdstip hier, waar ik ben, is zo klein en ver weg dat het nauwelijks bestaat. Oma, hier boven in de lucht mis ik u en daarom heb ik besloten u een brief te schrijven.
Ik wil u er alles over vertellen, maar het is moeilijk om het allemaal in deze brief te krijgen. Ik denk dat ik moet beginnen bij – herinnert u zich het kruispunt bij ons in de buurt? Die ene met wegen naar het noorden, oosten, zuiden en westen, waar u ooit tegen me zei ‘als je twee uur bij dit kruispunt blijft zitten zie je iedereen uit de stad voorbijkomen.’ – ik was maar vijf dagen in Nederland en toch lijkt het of ik alle mensen en alle verscheidenheid ter wereld heb gezien: een geleidelijk uit de mist verrijzende figuur die Bijbelcitaten zingt, haar wijsheid zo warm als de wind uit het zuiden; een sierlijke en zachtaardige kat die onze schrijfsels naar hun bestemming brengt, zelfs naar de meest gesloten harten; de wilde gans die door de herfstlucht snijdt, die onze woorden op de ongerepte maan tracht te schrijven; de reiziger die op een steen uitrust in de hete zon, waarbij het stof dat neerdaalt op zijn rugzak deel wordt van zijn bagage; de matroos die zijn geliefde bootje aanmeert bij oude zeehutten onder het fluiten van een melodieus liefdeslied; en de energieke wielewaal die slechts haar kopje uitsteekt om de jadegroene wilgen te zien, nog altijd niet beseffend dat ze de mooiste stem ter wereld heeft; de timide fluitspeler met een roos in zijn knoopsgat, die kinderen het bos in leidt om hen de waarheden van onze voorouders te leren; en vergeet het ranke hert en de gracieuze laurier niet, die slechts aan de kant van de weg hoeven stil te houden om je te hypnotiseren; en de dokter in haar felgekleurde jas die de handen van slachtoffers vasthoudt, woorden plengt die veranderen in een verzachtend medicijn; natuurlijk herinnert iedereen zich de goochelaar en zijn assistent, die hetzelfde gekleed zijn en hetzelfde praten maar trucs opvoeren die niemand ooit eerder zag: aan het einde van de voorstelling kan het publiek slechts naar adem snakken. Ze zijn vergeten wie van de twee nou wie is.
Ik weet niet zeker, oma, of u begrijpt wat ik bedoel? U zegt dat u het begrijpt? U zal in ieder geval knikken. Oké, dan ga ik verder: dan heb je mij nog. Toen we afscheid namen gaf ik iedereen een knuffel. We schudden niet alleen maar handen zoals in China, ziet u. Iedereen daar geeft elkaar een knuffel bij het afscheid. Maar het geheim dat ik alleen aan u zal vertellen: toen ik knuffels gaf en afscheid van hen nam liet ik een deel van mezelf in de vouwen van hun kleding, in hun handtassen of in de lokken van hun haar vallen.
Ik zit leeg in het vliegtuig, ik staar naar mijn handpalmen en wens voor de juiste woorden om dit gevoel aan u te omschrijven. Inderdaad, precies zoals u altijd zegt, ‘goed, goed, jij bent mijn ogen. Ik ben al oud en ik kom nergens meer, maar jij kan voor mij een heleboel dingen gaan bekijken.’ Dat is hoe het zit, ik heb expres een deel van mijzelf bij die verre mensen verborgen terwijl we afscheid namen. Omdat ik wil dat ze me meenemen om meer werelden te zien die verder weg, mooier, tragischer en uiteindelijk zelfs duisterder zijn, zoals de stilte voor de dood.
Lieve oma, ik heb het allemaal in deze brief neergeschreven. Ik denk dat u beter zal begrijpen wat ik bedoel dan wie dan ook – nu ga ik een tijdje slapen en wachten tot het vliegtuig landt, dan ga ik naar huis en daarna kom ik tegenover u zitten en zal ik u deze brief voorlezen. In de tranen die ik laat zal u dan de geheimen zien die ik niet heb opgeschreven.
Uw kleindochter Yuexing