Van begin af aan verafschuwt mijn oma het dat ik de naam Yan Ge gebruik. Tien jaar geleden, toen mijn eerste boek verscheen, wees ze naar de omslag en vroeg: ‘Waarom noem je jezelf Yan Ge? Wat is er mis met je echte naam? Is dat soms geen prima naam voor een schrijver? Waarom zou je een pseudoniem gebruiken?’
Het lag voor de hand dat ze dat zou zeggen. Zij heeft mijn naam bedacht. ‘Dai Yuexing.’ Mijn echte naam. Hij is afkomstig uit het gedicht Terug naar mijn boerderij van de dichter Tao Yuanming uit de Jin-dynastie: ‘Ik wied de akkers voor zonsopgang en draag mijn schoffel naar huis in het maanlicht.’ Dai Yue Xing betekent lopen in het maanlicht.
‘Dai Yuexing is een prachtige naam! Perfect voor een schrijver!’ Afkeurend wees ze naar het boekomslag en de naam ‘Yan Ge’.
Ze had geen idee wat voor problemen die de naam me had bezorgd. Mijn hele jeugd haatte ik het dat ik de stakker was die werd uitgekozen door de leraar wanneer hij de namenlijst oplas: ‘Dai Yuexing! Is Dai Yuexing er…? O, ben jij dat. Interessante naam. Kom maar naar voren en maak deze som.’ Enzovoorts.
Hoe vaak heb ik wel niet gewenst dat ik gewoon een Jane Smith of Jo Bloggs was, een naam die zich kon verstoppen in het midden van de lijst en waarop geen enkel lerarenoog ooit zou vallen. Dus ik noemde mezelf ‘Yan Ge’ en stelde me als volgt aan mensen voor: ‘Yan Ge, Yan als in kleur, Ge als in lied.’ Daar was niets moeilijks aan. Maar oma moest er niets van hebben. Ze zei: ‘Wat voor kleur, wat voor lied? Wat betekent dat in hemelsnaam? Het zegt helemaal niks!’ Met een frons gooide ze het boek op tafel en zuchtte terwijl ze naar de woorden ‘Yan Ge’ keek.
Maar uiteindelijk raakte ze eraan gewend, en naarmate de tijd verstreek zei ze het zelfs af en toe tegen anderen: ‘Ja, inderdaad, ik ben de oma van Yan Ge.’
Maar ze had zich nooit kunnen indenken – en ik had me nooit kunnen indenken – dat er een dag zou komen waarop niemand ter wereld me meer Dai Yuexing zou noemen. Met name in Engelssprekende landen is DAIYUEXING een onuitspreekbare letterreeks geworden. Dus ik heb geen keus. Het enige wat ik kan doen is zeggen: ‘Noem me maar Yan Ge, of, nog makkelijker, Yan.’
Vanmiddag hebben we het over taal gehad, wij schrijvers en vertalers. We hadden het over lettergrepen en de betekenissen die ze weergeven en over de kloof tussen die twee. ‘Taal is slechts vorm; het heeft geen inhoud.’ Deze gewaagde en trieste uitspraak deed De Saussure al lang geleden.
Mij oma heeft natuurlijk nog nooit van De Saussure gehoord. Ze weet zelfs niets over mijn transformatie in ‘Yan’. Het is allemaal al te lang geleden. Ik kan haar mijn verdriet, ergernissen en teleurstelling niet uitleggen. Als een heks in een primitieve samenleving heb ik mezelf keer op keer in ‘Yan Ge’ of ‘Yan’ veranderd, zo vaak dat ik haar door haar te spelen nu ook echt ben geworden. De Saussure had nooit kunnen bedenken dat ik mijn eigen inhoud met slechts twee lettergrepen zou kunnen veranderen.
Net als andere kinderen die ver van huis zijn vertel ik mijn oma alleen maar dingen waar ze blij van wordt. Ik zal haar vertellen dat Den Haag een prachtige stad is; ik zal haar vertellen dat iedereen die ik heb ontmoet aardig, warm en geweldig is. Wat ik haar niet zal vertellen is dat ik toen ik in alle vroegte wakker werd in dit vreemde hotel een e-mail zag van mijn vader. Hij zei dat hij had gedroomd dat hij en ik een strandwandeling maakten maar dat hij me toen opeens niet meer kon vinden en wakker schrok. Daarna kon hij niet meer slapen.
Later ging ik inderdaad naar buiten voor een wandeling . Het was nog geen acht uur en er hing een dichte mist in de straten, alsof er niemand anders was – alleen Yan Ge en ik. Ik had geen keus dan met haar verder te leven.
Ik liep een flink eind voor ik weer omkeerde.