Mijn oma is 85. Voor de revolutie was ze actrice bij een nationaal toneelgezelschap. Na de revolutie kwam ze terug en gaf ze les in Chinees, muziek en kunst op de enige basisschool in ons stadje. Sinds mijn grootvader is overleden woont ze alleen en elke avond maakt ze een wandelingetje rond haar flatgebouw. Ze schrijft graag gedichten en houdt van lezen. Vorig weekend ging ik terug om haar op te zoeken en haar te vertellen dat ik naar Nederland zou gaan.
‘Nederland? In Europa bedoel je?’ vroeg ze me.
‘Dat klopt,’ zei ik.
‘Ga je in je eentje?’ Ze keek me bezorgd aan. ‘Gaat er niemand met je mee?’
‘O, hemeltjelief!’ lachte ik. ‘Natuurlijk ga ik in mijn eentje!’
‘Ja, dat is ook eigenlijk wel logisch,’ zei ze, alsof ze dat plotseling besefte. ‘Je bent al groot, je kan naar een heleboel plaatsen in je eentje.’
De laatste twee of drie jaar vergeet ze telkens hoe oud ik ben, vergeet ze dat ik volwassen ben, dat ik de basisschool, middelbare school en universiteit al lang geleden achter me heb gelaten.
‘Wat ga je daar doen?’ vroeg ze me plotseling, terwijl we mandarijnen aten en genoten van de middagzon.
‘Er is daar een literatuurfestival,’ legde ik uit. ‘Dat heb ik u net verteld.’
‘Literatuurfestival.’ Ze nam een partje mandarijn en nadenkend over dit woord kneep ze erin met haar vingers. ‘Wat is dat?’
‘Hm.’ Ik dacht eventjes na. ‘Dat is wanneer iedereen bijeenkomt om te praten, een beetje zoals u en uw dichtersvrienden elkaar ontmoeten in het theehuis op dinsdagen.’
‘O.’ Ze kauwde op haar mandarijn. ‘Ga je gedichten voorlezen?’
Daar had ik geen antwoord op. ‘Weet ik niet,’ zei ik, ‘misschien. Ik ga mijn verhalen voorlezen.’
‘Ah,’ knikte ze. ‘Zorg ervoor dat je goed hard voorleest, net als bij gedichten.’
Ik lachte, keek hoe haar ogen zich vernauwden en ze nog een partje mandarijn nam en zei toen: ‘Dat zal ik doen.’
Zo zaten we een tijdje samen. Toen de zon tot onder het raam van haar flat was gezonken en de kamer schemerig werd zei ik: ‘ik moet maar eens gaan.’
‘Goed, goed.’ Haastig stond ze op om me eruit te laten.
‘O,’ ze tuitte haar lippen. ‘Ik ben ook al zo oud, ik begrijp gewoon niet meer wat je allemaal doet. Toen ik jong was, in Shanghai, was ik best modern.’
Ik gaf haar een knuffel, waarbij haar sneeuwwitte hoofd mijn borst raakte. Ik weet niet wanneer het is begonnen, maar elk jaar krimpt mijn oma verder. Vroeger had ze de lengte en het figuur van een actrice. Ze speelde ooit een regeringsambtenaar uit de Tang-dynastie en een dichteres uit de Song-dynastie.
‘Als ik terug ben zal ik u er alles over vertellen,’ beloofde ik.