Joke Michielsen
Speed Dreaming
22-08-2016

Op haar eerste avond in New York City, in de bemeubelde studio diep in het centrum van de Upper East Side waar ze dankzij haar spaargeld zes maanden kon blijven, nam Sabrina een bad en keek naar haar ribben die nu duidelijk door haar huid heen zichtbaar waren. Ze wikkelde haar haren in een handdoek en bestelde avondeten via het menu dat onder haar deur door was geschoven.

Een tiener leverde het eten bij haar af. Hij moest dringend zijn haar laten knippen, maar stoppels had hij nog niet. Ze vond het leuk dat de Thaise restaurants hier ook Thaise medewerkers hadden. Toen hij de prijs vertelde, was ze gechoqueerd totdat ze zich herinnerde dat in New York alles verdubbeld wordt. Dat zei ze ook en terwijl hij in zijn zakken naar wisselgeld zocht antwoordde hij, ‘Je leeft wel maar één keer.’

Ze werd getroffen door de alledaagsheid van zijn uitspraak, waardoor ze verbaasd lachte. Als hij nog een tel langer had gewacht om te vertrekken dan had ze het hem verteld.

 

De studio baadde in het zonlicht toen Sabrina de volgende dag wakker werd, en nog steeds stak haar bekentenis als een brok in haar keel, klaar om eruit te springen. In de diner op de hoek staarde ze naar de kom yoghurt met muesli voor haar neus en zei ‘Het was stom om zoiets gezonds te bestellen.’

De serveerster, een vrouw van ongeveer dezelfde leeftijd met een arm vol tattoos en een schattige, vrolijke short, zei: ‘Neem de volgende keer eens de pannenkoeken met pindakaas.’

Terwijl ze de rode, kunststoffen tafeltjes en de chromen stoeltjes om haar heen bewonderde, bedacht Sabrina dat zes maanden helemaal niet zo lang was, behalve als je het aantal ontbijten telde: 180, misschien 184. ‘Dat zal ik onthouden,’ antwoordde ze. Dit was niet de plek om ongemakkelijke bekentenissen af te leggen, niet als ze terug zou komen. Ze bestierf het nu al door er gewoon nog maar aan te denken. Toen vroeg ze: ‘Waar ga jij graag winkelen?’

 

De boetiek was net een peperkoekenhuisje met slechts tien verschillende jurken. Als ze nog dezelfde maat had gehad als het jaar voordien dan had ze in geen enkele jurk gepast, maar nu had ze keuze te over. Het winkelmeisje hielp haar in een gebroken witte, nauw aansluitende jurk van zijde met een split in het midden van de rug. ‘Hij is perfect,’ zei het meisje. ‘De kleur past prachtig bij uw rode haren. Is het voor een bepaalde gelegenheid?’

Sabrina wreef met haar handen over haar heupen en voelde hoe scherp ze aanvoelden door de zijdezachte stof. ‘Ja,’ antwoordde ze. Haar neus kriebelde alsof ze moest niezen. ‘Het is omdat ik ziek ben.’

Het meisje glimlachte. ‘Het is leuk om een opkikkertje voor jezelf te kopen als je je slecht voelt.’

‘Het is niet omdat ik me slecht voel,’ zei Sabrina en ze zocht naar de juiste woorden. ‘Maar eerder omdat ik voel dat ik doodga.’ Het tolde haar en terwijl ze naar beneden keek, zag ze hoe de jurk meetrilde op het ritme van haar hart. Het winkelmeisje hield op met aan de stof te friemelen rond haar hals.

‘Het spijt me zo,’ zei ze en ze kruiste haar armen voor haar buik. Ze was net zo mager als Sabrina, maar ze moest er hard voor hebben gewerkt: spinning, saladedressing apart.

‘Denk je echt dat de jurk me staat?’ vroeg Sabrina, terwijl ze geld uit haar portemonnee haalde.

Het winkelmeisje knikte, maar ze keek haar vooral niet aan.

‘Ik houd de jurk aan.’

 

Door de lentewind wapperde de zijde over Sabrina’s huid terwijl ze naar het park liep, naar het café op de trappen van de bibliotheek ernaast en ze bestelde een glas witte wijn. Het grasveld werd overspoeld door lunchende collega’s en door moeders die duizelige kinderen wegleidden van de kleine draaimolen ernaast. Haar wijn werd gebracht en opgelucht nipte ze er van.

‘Hebt u het koud?’ vroeg de man die aan een tafeltje verder zat. Hij droeg een donkerblauw maatpak en een geruit hemd. Hij had een zalmsalade gegeten en zakentelefoontjes aangenomen op zijn mobiel. Toen hij die neerlegde merkte Sabrina op dat hij een inkeping had in zijn oor: in zijn oorlel miste hij een driehoekje. Ze stelde zich voor hoe het zou voelen om haar vingertop daar in te passen.

Sabrina rilde en ze had kippenvel op haar armen en benen. Ze stelde zich voor hoe dit zou kunnen verlopen. De identiteiten die ze kon aannemen nu ze een van de fijne, prachtige jonge vrouwen was die deze stad domineerden en nu het haar vrij stond de rest van haar geld uit te geven aan kleren die het plaatje vervolmaakten. Niemand zou de leugens kunnen tegenspreken die ze misschien vertelde. Ze had zich hier onbewust al op voorbereid. Zoals de jurk en de moeite die ze had genomen om haar haren er toch op z’n minst gezond uit te laten zien. Het maatpak paste bij de ogen van de zakenman en ze wist zeker dat hij haar zou trakteren op een drankje en haar jurk tot haar middel zou opstropen in eender welk donker steegje hier in het centrum.

‘Nee, ik heb het niet koud. Ik ben alleen erg ziek,’ antwoordde ze. Ofwel kwam het door de wijn ofwel voelde ze zich moedig. ‘Ik ga dood.’

Hij trok zijn drankje dichter naar zich toe. Hij zou haar rekening nu niet meer betalen.

 

 

“The Living” from SPEED DREAMING by Nicole Haroutunian, translated under a license arrangement originating with Amazon Publishing. Copyright © 2015 by Nicole Haroutunian. All rights reserved.